- afscheuren
- {{afscheuren}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [aftrekken] arracher♦voorbeelden:1 het behang afscheuren • enlever le papier peinteen plaat van de muur afscheuren • arracher une image du murII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [losgaan door scheuren] se déchirer♦voorbeelden:1 het gordijn begint van boven af te scheuren • le rideau commence à se déchirer par le haut
Deens-Russisch woordenboek. 2015.